Hongaarse wijn

Hongaarse wijn heeft een geschiedenis die teruggaat tot ten minste de Romeinse tijd. Buiten Hongarije zijn de witte dessertwijn Tokaji en de rode wijn Bull's Blood of Eger het meeste bekend. Je ziet bijna nooit Hongaarse wijn. En dat is vreemd gezien het feit dat het deel uit maakt van de EU.

Slechts twee Europese talen hebben woorden voor wijn die niet zijn afgeleid van het Latijn: Griekse en Hongaarse documenten, geschreven in een Runic alfabet gebruikt door de oude Hongaren, hebben woorden voor wijn die afkomstig zijn uit Turkije. Tweehonderd Hongaars woorden (wijn ook) zijn van Bulgaars Turkse afkomst. Dat suggereert dat de Hongaren contact hebben gehad met de eerste wijnmakers in de zuidelijke Kaukasus. 

De Romeinen brachten wijnstokken naar Pannonia, en van de 5e eeuw na Christus zijn er verslagen van uitgestrekte wijngaarden in Hongarije. Naar aanleiding van de Magyar invasie van 896, beloonde koning Árpád zijn volgelingen met wijngaarden in Tokaj. In de loop van de eeuwen werden nieuwe druivensoorten gebracht uit Italië en Frankrijk. Het grootste deel van de productie was witte wijn.

Tijdens de invasie van Suleiman de Grote in de vroege 16de eeuw, brachten ontheemde Serviërs de rode Kadarka druif naar Eger. Deze oude ras werd gebruikt om de robuuste rode wijn later bekend als Blood Bull's te maken. Het veronderstelde geheime ingrediënt in de wijn versterkte de verdedigers van Eger in 1552.

Tijdens de Turkse bezetting werd de Tokaj regio bekend door zijn dessert wijnen, laat geoogst om edele rotting aan te moedigen. Tokaji aszú wordt genoemd in een document uit 1571, en ​​het werd gedoopt door Lodewijk XIV van Frankrijk (1638-1715)in "Vinum Regum, Rex Vinorum" - Wijn van koningen, koning der wijnen.

Bekijk hier een film over Tokaji wijn:

Met vineuze groet,

Attila